Chagrijnig slofte een veertienjarig meisje Chimber Town in. Ze had al wel een hele kilometer gelopen en vroeg zich verbitterd af waarom haar eerste Pokémon niet per post kon worden bezorgd. Niet dat ze al wist wat voor Pokémon ze zou kiezen. Nee, ze wist niet eens waaruit ze zou kunnen kiezen. Een Caterpie waarschijnlijk, of een Weedle – Pokémon die je in elke boom wel tegenkwam. Jasmine werd er helemaal gek van. Ze had een hekel aan insecten. Maargoed, misschien kon ze ook wel een Pidgey als starter krijgen. Die vond je tenslotte ook overal in Utah en als ze de Pokémon dan liet evolueren zou het op een gegeven moment een Pidgeot worden, die haar overal naartoe kon vliegen, zodat ze zelf niet hoefde te lopen. Want ja, Jasmine had ook een hekel aan lopen. Haar arme voetjes deden nu al pijn, en ze was nog niet eens bij het lab! Dat gebouw kan maar beter gemakkelijk te vinden zijn, dacht Jasmine met een hoofd dat zelfs een Haunter nog de stuipen op het lijf zou jagen. Ik heb geen zin om ook nog te moeten zoeken.
Gelukkig stond het lab precies op de plek waar de routebeschrijving van haar vader was geëindigd. Jasmine zag al wat Pokémon buiten en – oh. Mijn. Ho-oh! Wat stond daar nou? Met een gezicht dat sterk leek op dat van een kwijlende “fangirl” bekeek Jasmine de Rapidash die in de wei stond. Als ze nou eens zo’n Pokémon kon vangen… Jasmine zag het al voor zich hoe zij, rijdend op haar vurige eenhoornpokémon, de ene gymleider na de andere versloeg en vervolgens de Elite Four platwalste alsof het hulpeloze Magikarps waren. Haar oogjes glinsterden vrolijk en ze vroeg zich hebberig af of ze zo’n paardpokémon als starter kon kiezen.
Ze besloot het meteen te onderzoeken en met een ferme tred begaf ze zich naar de ingang van het gebouw. Het ruikt hier smerig, was het eerste dat Jasmine dacht toen ze het gebouw binnenkwam, en ze draaide zich abrupt om, klaar om zich weer uit de voeten te maken. ‘Hallo.’ Te laat. Jasmine draaide zich langzaam om en zag hoe een vrouw naar haar toe kwam gelopen. Oké, ze kon het nu op een rennen zetten en dat hele Pokémongedoe achter zich laten, of ze kon met deze vreemde vrouw praten en een Pokémon uitkiezen. Het eerste klonk haar beter in de oren dan het tweede, maar toen ze weer dacht aan de macht die een Pokémonmeester had, besloot ze toch maar voor het minder prettige te gaan.
‘Hallo,’ groette ze de vrouw terug, die zich voorstelde als Ella Barton. ‘Jasmine,’ was de korte reactie die Jasmine hierop gaf. Ze had geen zin in vriendelijk gedoe. Het stonk hier en ze wilde een Pokémon hebben. Hoe eerder ze er eentje kreeg, hoe eerder ze de machtigste trainer uit Utah werd. ‘Uit welke Pokémon kan ik kiezen?’ vroeg Jasmine, toen bleek dat Barton geen haast had met het tonen van de Pokéballs. De professor bleek helaas niet zo onder de indruk van Jasmines verschijning en gaf rustig antwoord. Bulbasaur… Squirtle… Etcetera, etcetera. ‘Ja, ja, de namen zeggen me geen Snubbel,’ snauwde Jasmine geïrriteerd, en ze duwde de professor aan de kant. Omdat ze tijdens het … eh… gesprek… richting de Pokéballs hadden gelopen, hoefde Jasmine niet te zoeken totdat ze de Pokéballs zag. ‘Jij!’ riep ze, terwijl ze een Pokéball opgooide. Een rode straal later stond er een blauwe Pokémon voor haar. Het was klein en had scherpe tanden. Dat laatste was in ieder geval een goede eigenschap, nu de rest nog… ‘Type? Evoluties?’ vroeg Jasmine kortaf.
‘Water… En zijn evoluaties zijn Croconaw en Feraligatr,’ antwoordde Barton overrompeld. Ze was het blijkbaar niet gewend om aan de kant geduwd te worden door een tiener. Raar. ‘Klinkt oké,’ mompelde Jasmine en ze liet het blauwe geval weer terugkeren in de bal. ‘Ik neem ‘m.’ Ze hing de bal aan haar riem en wilde ‘m al uit de voeten maken, toen ze terug werd geroepen door professor Barton. ‘Wacht, meisje! Ik heb nog wat voor je. Iedere trainer krijgt vijf Pokéballs mee, een kaart van Utah en een Pokédex. Ze zullen je helpen op je reis.’ Jasmine keek haar aan alsof ze gek was, terwijl ze de spullen in ontvangst nam. Alsof ze zelf de weg niet kon vinden op haar reis! Toch deed ze de spullen in haar tas. Pokéballs kwamen natuurlijk altijd van pas en een Pokédex… ach, ze kon altijd nog zien of ze die voor een paar centen kon verkopen. Zonder verder iets te zeggen liep ze het gebouw uit, terwijl ze Barton vaagjes achter zich hoorde roepen dat ze wel goed voor haar Pokémon moest zorgen. Ja, ja, tuurlijk… Maar eh… wat voor soort Pokémon had ze nu eigenlijk?