''Cynda, Cyndaquil,'' sprak de Cyndaquil trots en liet de hoop berries zien die hij had gevonden. ''Wah, waar heb je die gevonden?'' vroeg zijn trainster, Chiara. De Cyndaquil draaide zich om en wees naar een hoop struiken, waarna hij weer iets in zijn eigen taal brabbelde. Chiara keek hem glimlachend aan, ze bofte maar met zo'n pokémon. Als Cyndaquil er niet was geweest, was zij vast ergens verdwaald geraakt. Rustig liet ze zich zakken in het gras, waarna ze de kleermakerszit aannam. Voorzichtig raapte ze een bes op. Hij had een roze kleur en de vorm van een hartje. Als ze het zich goed herinnerde was dit een Pecha bes, die zoet van smaak was. Onzeker nam ze er een hap uit, waarna ze goed kauwde en doorslikte. Hij smaakte best lekker. De Cyndaquil had inmiddels ook een bes gepakt, die een rode kleur had en wat uitsteeksels. Zijn trainster dacht even na, was dit niet een tomato bes? ''Wacht, Cynda-'' Te laat, de Cyndaquil nam er een hap uit en slikte het door. Een tomato bes was pittig van smaak, en zette je mond gemakkelijk in de fik. De Cyndaquil keek haar verbaasd aan, maar verder gebeurde er niks. ''Cynda?'' Chiara zuchtte, hij had vast al geweten dat de bes pittig was. Misschien was dat wel de rede dat hij hem meenam. ''Hou jij... van pittig eten?'' Hierop knikte het kleine wezentje. Het meisje zuchtte opgelucht. Nu ze erover nadacht, haar Cyndaquil wist best wel veel. Verzonken in gedachten nam ze afwezig nog een hap uit de Pecha bes, terwijl Cyndaquil van het uitzicht in de lucht genoot. ''Eh?'' Chiara schrok op uit haar gedachtes, terwijl ze iets voelde trekken aan haar kleren. ''Cynda!'' Vragend keek ze haar pokémon aan. Pas toen ze omkeek merkte ze dat een Caterpie zat te smikkelen van één van de bessen. ''Een pokémon...'' bracht ze verward uit. Had ze soms niet verwacht dat in een bos veel pokémon zaten? Vooral insectsoorten waren hier aanwezig. Cyndaquil zuchtte. Wist zij soms niet waar hij het naartoe wilde leiden? Dit was misschien een kans om haar eerste pokémon te vangen, of wilde ze geen Caterpie. De Cyndaquil draaide zich om, rende op de Caterpie af en deed een simpele tackle. ''Wat doe je nou?'' riep zijn trainster verontwaardigd uit. ''Die Caterpie heeft honger, laat hem dan ook in vrede eten,'' vervolgde ze haar zin. Het wezentje keek haar verbaasd aan, maar toen hij haar vastberadenheid zag zuchtte hij. Het was echter nu te laat om terug te krabbelen, de Caterpie vuurde zijn String Shot op hem af. Hij wilde wegspringen en hem ontwijken, maar het mislukte om sneller te bewegen dan het 'touw' dat op hem afkwam. ''Cyndaquil!'' Chiara sprong op, maar haar pokémon kon zich gemakkelijk eruit bevrijden door een simpele Ember uit te voeren. Vervolgens keek hij naar zijn partner, die hem nu aanwijzingen moest geven om door te gaan met het gevecht. ''Euh... Cyndaquil, vuur je Ember nogmaals af, dit keer op de Caterpie!'' Cyndaquil volgde zijn instructies nauwkeurig, waardoor de aanval ook raak was. De Caterpie was zodanig verzwakt dat hij blijkbaar niet meer wilde vechten. Het beestje vluchtte struiken in. Chiara staarde de struiken droog aan, lekker dan daar gaat een kans. Met een zucht ging ze weer zitten, terwijl haar partner naar haar toe kwam gelopen. ''Goed gedaan,...'' Op dit punt wilde ze graag de nieuwe naam van Cyndaquil gebruiken, in plaats van die onoriginele naam, die de meeste Cyndaquil hadden. Een grijns verscheen op haar gezicht toen haar een naam inviel. ''Taiki.''
Caleb
Aantal berichten : 22 Registration date : 08-11-10
“Jahoo!” riep Caleb uit. Hij was, gevolgd door Shura, in de eerste de beste boom die hij was tegengekomen geklommen, in de hoop een goede blik te kunnen krijgen van de omgeving. Hij haalde diep adem, en snoof de frisse geuren van de Jungle op. Hij had een goed humeur vandaag. Alsof er iets bijzonders ging gebeuren. behendig sprong hij van de tak af waar hij op stond, om vervolgens met een zacht ploffend geluid op de grond te landen. Hij had zijn benen mee laten veren om de klap te reduceren, zodat hij nu in hurkzit op de grond zat. Slechts enkele secondes later landde ook Shura naast hem op de grond. “Vandaag gaat er iets gebeuren! Ik weet het zeker!” sprak Caleb, zeker wetend dat het niet anders zou kunnen zijn dan dat. Shura grijnsde, en knikte naar haar trainer. “Sneasel, snea!” antwoordde ze. Caleb had wel eens vreemdere ideeën gehad. Bovendien zou hij het haar kwalijk nemen als ze niet met hem in zou stemmen, wist ze. Bovendien, misschien had hij wel gelijk, en zou er ook echt iets bijzonders gaan gebeuren.
Caleb marcheerde voorop, gevolgd door Shura, die hem volgde door van boom naar boom te sprongen. Dat was een van de dingen die ze verkoos boven lopen. Het was minder vermoeiend voor haar benen, en was tegelijkertijd een goede training. Als het ging om Caleb, waren er veel dingen die ze bereid was om te doen. Net zoals hij haar verzorgde als ze ziek of gewond was, beschermde hij haar tegen iedereen die hem kwaad wilde doen. Zo was het eigenlijk al geweest vanaf het moment dat ze elkaar hadden leren kennen. En zo zou het hopelijk nog een hele tijd blijven. “Shura, stop!” riep Caleb. Ze haakte haar klauw vast aan de boom, om zo haar sprong te stoppen. Hij had zijn hand uitgestoken, en wees naar een groep Combee die voorbij vlogen. “Heb jij enig idee welke pokémon dat zijn?” vroeg hij. Shura sprong voor de tweede keer uit de boom, en kwam naast haar trainer staan. Ze bleef een tijdje naar de pokémon staren, voordat ze haar schouders ophaalde, en met haar kop schudde. De pokémon hadden dezelfde kleur als Beedrill, en ze vlogen ook. Toch waren het niet dezelfde pokémon. Maar wat waren ze dan wel?
“Laten we ze volgen, Shura!” stelde Caleb voor. Hij wilde al weglopen, maar werd tegengehouden door de klauw van Shura. Vragen keek hij naar zijn pokémon. “Wat is er?” vroeg hij. Shura schudde met haar kop. “Snea. Sneasel, snea,” zei ze, wild gebarend met haar scherpe klauwen. “Ah, kom op… als ze er zo uitzien, kunnen ze toch nooit net zo gevaarlijk zijn als Beedrill?” vroeg hij. Shura liet een zucht horen, en gaf een knikje. Toegegeven. Ze zagen er niet uit alsof ze ook maar iets konden doen wat je gevaarlijk zou kunnen noemen. “Kom op!” probeerde Caleb haar nieuwe moed in te spreken. Hij begon achter de Combee aan te marcheren, wetend dat Shura vanzelf wel zou volgen. En hij had, natuurlijk, gelijk. Ze liep achter hem aan. Niet van boom tot boom, maar over de grond. Wat als deze pokémon wél gevaarlijk waren, en Caleb ze onderschatte?
Chiara
Aantal berichten : 128 Leeftijd : 28 Woonplaats : Op aarde, geloof ik x] Registration date : 19-05-10
De Cyndaquil leek trots op zijn naam te zijn, aangezien een enorme glimlach op zijn gezicht verscheen. Hij hoefde nu niet meer teleurgesteld te zijn, omdat de Caterpie was ontsnapt. Er zou heus wel een andere pokémon weer op hun pad verschijnen. Tenminste, dat dacht ze.
Kalm keek ze om zich heen. Het gras dat zachtjes meebewoog met de wind gaf een rustgevend gevoel, evenals de bladeren in de bomen, die allemaal een mooie kleur hadden gekregen. De wind die langs hun afging was koud, maar aan de andere kant nog steeds verfrissend. Ah, de herfst. Aan de ene kant was dit een seizoen die Chiara niet zo graag had. Het zou betekenen dat de warme zomer voorbij was en de koude winter er weer aankwam. Aan de andere kant hadden de bladeren allemaal van die mooie kleuren gegeven. Rood, geel, bruin. Meestal een gemixte kleur, waardoor sommige er mooier uitzagen dan de andere. Chiara zuchtte even. Het maakte niet uit hoe mooi ze waren, ze bedekte de wegen, waardoor het glad was als het had geregend. Nee, ook al had het niet geregend, dan zou ze alsnog uitglijden over die bladeren. Ze keek Taiki kort aan. Wat zou hij van de herfst vinden? Hij was een vuursoort, dus hield duidelijk meer van de zomer. Zou hij net zo over de herfst denken als zij? ''Taiki, wat vindt jij van de herfst? Vind jij het een leuk seizoen?'' Taiki keek haar even verbaasd aan en trok toen een nadenkend gezicht. Toen hij uiteindelijk niks kon bedenken trok hij zijn kleine schoudertjes op. Natuurlijk, het was ook een domme vraag. Wat intereseerde het hem nou dat het herfst was, zolang hij het maar gezellig had. Eigenlijk vond Chiara dat hij gelijk had. Wat maakt het nou uit als je uitglijdt? Zolang je maar plezier hebt is er toch niks aan de hand?
Chiara's blik viel op een stel pokémon dat langs vloog. Ze zagen eruit als bijen. Verbaasd keek ze ernaar, terwijl ze probeerde uit te vogelen wat voor pokémon dat waren. Even keek ze naar Taiki, maar die leek net zo verbaasd erover te zijn als haar. Chiara zuchtte en haalde haar pokédex tevoorschijn. Aha, het waren dus Combee, fijn om te weten. Meer hoefde ze ook niet te weten. Vlug stopte ze haar pokédex weer weg en bleef rustig zitten. Taiki staarde haar kort aan, maar ze knikte nee. Ze hoefde niet echt een Combee, dus waarom zou ze dan moeite doen? Taiki begreep het en ging weer zitten. De Combee waren echter niet het enige wat haar opviel. Een jongen marcheerde erachteraan. What the...? Waarom zou hij dat doen? Wilde hij er soms één vangen? Verbaasd staarde ze naar de persoon die daar liep, gevolgd door een Sneasel. ''Hé,'' riep ze naar hem. ''Waarom marcheer jij achter die Combee aan?'' vroeg ze op een verbaasde toon.
Caleb
Aantal berichten : 22 Registration date : 08-11-10
''Hé!'' Verrast keek Caleb op, om tot de ontdekking te komen dat ze werden aangestaard door een meisje en een Cyndaquil. ''Waarom marcheer jij achter die Combee aan?'' vroeg ze. Caleb stopte met lopen, en keek lichtjes fronsend naar het meisje. “Omdat ze interessant zijn, natuurlijk,” antwoordde Caleb alsof het achtervolgen van Combee het normaalste van de wereld was. Hij wilde zich weer naar de Combee omdraaien zodat hij ze weer kon achtervolgen, tot hij zag dat hij al te laat was. Ze waren al te ver door gevlogen. “Aah, kom op…!” riep hij uit. Hij richtte zijn aandacht maar even ergens anders op, en al gelijk waren ze weg! Met zijn ogen gefrustreerd samengeknepen, staarde hij naar het meisje. “Je moest ze weer wegjagen, hè?” mopperde hij. Nu zou hij weer iets anders moeten vinden waar hij zich mee kon vermaken. Hij wierp de irritatie van zich af, en stopte lichtjes grijnzend op het meisje af. Nu hij toch geen Combee’s meer had om achteraan te lopen, kon hij haar net zo goed beginnen te irriteren. Hij stak zijn hand uit, verwachtend dat het meisje die van haar ook uit zou steken. “Hoe dan ook, Ik ben Caleb.” Hij wees met zijn duim naar zijn borst. “Je kan die naam maar beter onthouden, want ooit zal iedereen naar mij opkijken,” legde hij uit.
Shura kwam nu ook aangelopen, lichtjes met haar kop schuddend. Natuurlijk, het was prachtig dat Caleb een droom had die hij kostte wat het kost na wilde streven. Maar door alleen zijn droom aan te kondigen, was hij er nog lang niet. Een droom waarmaken kostte moeite. Meer moeite dan hij ooit zou kunnen indenken. Waarschijnlijk had hij nog niet eens bedacht dat hij ook vijanden zou maken als hij bekend zou worden. Geen enkel pad was zonder vijanden, dat was gewoon een feit. En hoe hard zij haar best dan ook zou doen, ze zou hem nooit tegen hen allemaal kunnen beschermen. Nee, het zou veel beter zijn als hij een bondgenoot had. Iemand die hij kon vertrouwen. Een pokémon dus, net als haar. Alles was prima, zolang hem maar niks zou overkomen. Kort liet ze haar achterdochtige blik over het meisje en de Cyndaquil vallen. Zij zagen er in ieder geval niet gevaarlijk uit. Beter gezegd, zelfs het tegenovergestelde. Gelukkig, dan hoefde ze zich daar in ieder geval geen zorgen over te maken.
Met een nieuwsgierige blik in zijn ogen keek Caleb naar de Cyndaquil. Hij legde zijn handen op zijn knieën en bukte, zodat hij een beter zicht had. “Wauw..! Dat is een Cyndaquil!” zei hij breed grijnzend van enthousiasme. Hij strekte voorzichtig zijn hand uit, niet zeker of de Cyndaquil het accepteerde als vreemden hem aaiden. Caleb liet een korte grinnik horen. “In Mahogany Town heb ik vaak Quilava’s en Typhlosion’s gezien. Cyndaquil minder vaak, omdat die meestal niet sterk genoeg werden gevonden voor de gym,” zei hij, met de nadruk om ‘meestal’ om de Cyndaquil niet te beledigen. Natuurlijk had hij wel geweten hoe een Cyndaquil er ongeveer uitzag. Alleen was hij er nog nooit zo dichtbij geweest. Sterker nog, de pokémon uit Hoen en Sinnoh kende hij niet eens, laat staan alle pokémon die in Kanto leefden. Nee, de enige pokémon die hij kende waren zij die waren gebruik in gymgevechten tegen de gymleider. Vooral vuur pokémon, dus. De pokémon die daarbij nog wel de meeste indruk op hem had gemaakt, was Infernape. Een vuurtype met krachtige vecht aanvallen.
Chiara
Aantal berichten : 128 Leeftijd : 28 Woonplaats : Op aarde, geloof ik x] Registration date : 19-05-10
“Omdat ze interessant zijn, natuurlijk.” Chiara trok een verbaasd gezicht. Zo interessant vond ze ze niet, maarja, ieder zijn eigen smaak. De jongen draaide zich weer om, klaar om weer verder te gaan, maar om een of andere reden liep hij niet verder. “Aah, kom op…!” riep hij. “Je moest ze weer wegjagen, hè?” sprak hij en keek Chiara gefrusteerd aan. ''Eh?'' riep ze verbaasd uit. ''Jij bent degene die niet oplette,'' ging ze toen geïrriteerd verder. Maarja, het was wel háár schuld dat hij niet oplette, dus dat kon ze hem niet kwalijk nemen. Ook al was het niet zo dat ze de Combee's bang had gemaakt, om ze vervolgens weg te jagen. Tot haar verbazing kwam hij nu op haar afgelopen. Achja, hij had de Combee nu niet meer, dus was zij nu het slachtoffer. Hij stak zijn hand uit, waarna hij begon te praten. “Hoe dan ook, Ik ben Caleb.” Chiara wilde zijn hand aannemen, maar hij trok hem al weg. In plaats daarvan wees hij met zijn duim naar zijn borst. “Je kan die naam maar beter onthouden, want ooit zal iedereen naar mij opkijken.” Hmpf, wat een blaaskaak. Kon ze alleen daarvoor zijn hand niet aannemen? ''Ik heet Chiara,'' begon ze, waarna ze een grijns op haar gezicht toverde. ''En je kunt die naam maar beter onthouden, anders zal ik nooit tegen je opkijken.'' Het klonk in feite heel droog, maar dat maakte niet veel uit. Trouwens, een naam kon je niet zo snel vergeten, zeker niet als je elkaar vaker tegenkwam.
Caleb bukte voor Taiki, waarschijnlijk om hem beter van dichtbij te zien. Chiara en hij zaten nu ook op ongeveer dezelfde hoogte, nu kon ze hem tenminste in zijn ogen aankijken. “Wauw..! Dat is een Cyndaquil!” sprak Caleb enthousiast en stak zijn hand uit, om Taiki te aaien. Alhoewel, het zag ernaar uit dat hij niet zeker was of hij dat wel moest doen. Hij had groot gelijk, Taiki liet zich niet door iedereen aaien, maar op de één of andere manier vond hij Caleb wel vertrouwelijk. Rustig duwde hij zijn kopje tegen de hand van de jongen, om te laten zien dat hij het niet erg vond. “In Mahogany Town heb ik vaak Quilava’s en Typhlosion’s gezien. Cyndaquil minder vaak, omdat die meestal niet sterk genoeg werden gevonden voor de gym,” ging hij verder. De kleine Cyndaquil keek even verbaasd naar hem, maarja, voor een gym hoor je sterk te zijn. En daarbij, zelf wilde hij ook graag evolueren om sterker te worden. Gym? Chiara zuchtte. Ze had eigenlijk nog steeds niet besloten wat ze wilde gaan doen. Wedstrijden, gymgevechten, breeden... Het klonk allemaal leuk om te doen, maar uiteindelijk kon ze er maar één kiezen. Voor wedstrijden had je 'mooie moves' nodig, voor gymgevechten juist sterke en voor breeden had je een goede band met je pokémon nodig. Allemaal uitdagend op hun eigen manier, maar eigenlijk was een leven zonder uitdagingen een saai leven. Kort keek ze naar Taiki. Ze vroeg zich af wat hij leuker zou vinden... Zou hij van vechten houden? Misschien kwam ze daar wel achter met een echt gevecht. Dat zou betekenen dat ze een gymgevecht moest gaan houden. Als ze nou eens... Ze ging de uitdaging gewoon aan. Zo kon ze er ook achterkomen wat zij juist wilde. Het idee klonk best wel goed, dus het enige wat ze nu moesten doen was trainen. Nu ze erover nadacht, wat deed Caleb eigenlijk? ''Euh.. Caleb, doe jij aan gymgevechten?'' Ze werd nieuwsgierig naar wat hij eigenlijk bedoelde met dat ''iedereen tegen mij opkijken'' gedoe.
Caleb
Aantal berichten : 22 Registration date : 08-11-10
''Euh.. Caleb, doe jij aan gymgevechten?'' vroeg Chiara. Kort krapte Caleb op zijn achterhoofd. “Niet echt. Nou ja, nog niet,” antwoordde hij met een vrolijke grijns. “De gym zou waarschijnlijk veel te vermoeiend zijn voor Shura als ze hem in haar eentje zou moeten doen. Hoewel het me natuurlijk wel fantastisch lijkt om ooit een gymleider uit te dagen…” gaf hij toe. Natuurlijk zou het nog veel beter zijn als hij ze allemaal zou kunnen verslaan. Daardoor zou hij natuurlijk wel naam maken… De geweldige Caleb! De grootse Caleb! Caleb de overwinnaar! Ja, dat waren nog eens titels die bij hem pasten. Maar, natuurlijk kon dat allemaal nog geweldiger… Caleb was opgestaan, en had zijn broek netjes afgeklopt. Hij zwaaide zijn arm naar voren, en legde hem op Chiara’s schouder. “Het is besloten! Jij word mijn rivaal!” zei hij breed grijnzend. Ja, dat was wat hij nodig had. Een rivaal, die er voor zorgde dat hij een reden had om Shura door te blijven trainen. De Sneasel zelf liet een zucht horen, en sloeg met haar klauwpalm tegen haar voorhoofd. Caleb dacht ook nooit over iets na. Zelfs niet over dingen die voor andere mensen normaal waren. Nee, hij ging er gewoon vanuit dat anderen hetzelfde dachten als hij. Shura had al voorspeld dat Chiara het liefste uit zijn buurt zou blijven na deze ontmoeting. Caleb kon geweldig zijn met Pokémon, maar met mensen was hij een regelrechte ramp.
Een zachte ‘Chaaar’, zorgde ervoor dat Caleb verbaasd om zich heen keek. Dat geluid kon maar door twee pokémon worden gemaakt. Charmander, de vuurstarter uit Kanto, en Chimchar, de vuur starter uit Sinnoh. Zijn mondhoeken gingen systematisch omhoog. Hij liet Chiara’s schouder los. “Kom, Shura! We zoeken die pokémon!” grijnsde hij. Natuurlijk, dat was weer typisch iets voor hem. Totaal vergeten waar hij mee bezig was, omdat iets anders zijn aandacht trok. “Jahoo!” riep Caleb, als een wilde rennend in de richting waar het geluid vandaan was gekomen. Shura keek verontschuldigend naar Chiara en de Cyndaquil, haalde haar schouders op als ‘ik weet ook niet wat ik met hem aanmoet’ teken, en sprintte vervolgens achter hem aan. Zijn obsessie zou hem nog eens in de problemen brengen. Het was al een wonder dat hij er nu nog geen had… Het enige voordeel aan hem was dat hij zijn concentratie niet verloor tijdens een pokémon gevecht. Nee, daar hield hij zijn aandacht wel bij. Hij wilde het niet riskeren dat Shura door zijn schuld meer gewond zou raken dan nodig was. Dat was een van de redenen waarom ze zo’n goed team waren. Omdat ze wisten dat ze erop konden vertrouwen dat de ander je dekking gaf.
“Daar!” krijste Caleb, wijzend op een schim die van boom naar boom sprong. Konden Charmanders boomspringen? Nee, vast niet. Chimchar wel. Of het moest natuurlijk een andere pokémon zijn… “Shura! Ga!” riep hij, alhoewel zijn bevel totaal overbodig was. Zelf had ze ook al uitgevogeld dat ze in de bomen achter de pokémon aan zou moeten. Ze zette zich af van de grond, gebruikte haar klauwen als slingers, en belandde zo in de boom achter de andere pokémon. Perfect, op deze manier was het alleen nog maar een kwestie van uithoudingsvermogen. Shura maakte meer vaart, terwijl ze tegelijkertijd oplette waar ze haar poten neer plantte, de pokémon die ze achtervolgde in de gaten hield, en ze moest inschatten welke takken van de volgende boom geschikt waren om op te landen. Het was maar een klein stukje verder… en ze zou hem hebben… Ze strekte haar klauw verder uit, haakte hem aan de schouder van de pokémon, en sprong van de tak af waar ze beide op stonden, zodat ze hem met haar eigen gewicht naar beneden trok. In de lucht veranderde ze haar houding, zodat de pokémon niet bovenop haar zou vallen. Was het gelukt? Hadden ze de goede pokémon? Ze gebruikte nu ook haar andere klauw, zodat ze de wild spartelende pokémon tegen de grond aan gedrukt kon houden. Vragend keek ze naar Caleb.
“Nope,” zei hij, hoofdschuddend kijkend naar de paars gekleurde pokémon die zijn Aipom tegen de grond aangedrukt hield. Dat was een Aipom, geen Chimchar of Charmander. Shura liet een zucht horen, en liet de Aipom los. Al die moeite voor niks… “Bah…” gromde Caleb. Vaagjes besefte hij dat hij het meisje had achtergelaten. Zou ze hen hebben gevolgd? Of zou ze nu nog steeds verbaasd kijkend op dezelfde plek staan, niet snappend wat er precies aan de hand was? Oké, hij gaf het toe. Hij wilde een tweede pokémon hebben, kostte wat het kost. Een normale starter, net als een groot deel van de andere trainers hadden. Het enige probleem was dat hij daar geen uitnodiging voor had ontvangen. Oftewel, hij zou er een in het wild moeten vangen. Iets wat een behoorlijk lastige opgave was, als je naging dat starter pokémon behoorlijk zeldzaam waren. Misschien was dat wel de reden waarom hij er zo graag een wilde. Omdat het een uitdaging was om er een te vinden.
Chiara
Aantal berichten : 128 Leeftijd : 28 Woonplaats : Op aarde, geloof ik x] Registration date : 19-05-10
“Niet echt. Nou ja, nog niet,” begon Caleb met zijn antwoordt. “De gym zou waarschijnlijk veel te vermoeiend zijn voor Shura als ze hem in haar eentje zou moeten doen. Hoewel het me natuurlijk wel fantastisch lijkt om ooit een gymleider uit te dagen…” Chiara knikte kort. Daar had ze eigenlijk nog niet aan gedacht. Misschien was het beter als eerst een nieuwe pokémon te vangen. Dat zou dan haar eerste doel zijn, voordat ze aan de gym begon. Chiara schrok op toen ze iets warms aan haar schouder voelde. “Het is besloten! Jij word mijn rivaal!” sprak de persoon grijnzend, van wie de hand was. ''Eh?'' vroeg Chiara en knipperde verbaasd met haar ogen. Zij, als rivaal? Ze was nog maar net begonnen aan haar reis, de enige tegen wie ze gevochten had was een Caterpie. Deze beslissing was nogal dom van Caleb, alhoewel, een rivaal hebben was niet slecht... Dat zou haar nog een doel geven. Opeens voelde ze de warme hand haar schouder verlaten, wat ervoor zorgde dat ze vaag opkeek“Kom, Shura! We zoeken die pokémon!” Ging hij nou al weg? Wacht, welke pokémon? “Jahoo!” riep Caleb, voordat hij als een gek wegrende. Chiara zuchtte, hij zat wel vol energie, die jongen. Achja, het was ook af en to goed om zo'n persoon bij je te hebben, vond ze. ''Cyn...da...'' sprak Taiki voorzichtig. Vragend keek hij zijn trainster aan. Wilde hij nou dat ze hen gingen volgen? Zou dat wel een goed idee zijn, die twee waren immers op pokéjacht. Alhoewel, het was wel een goed plan, sinds zij ook een pokémon erbij wilde hebben. De enige vraag was, wat voor één? Met een zucht stond ze weer op en klopte haar broek af. ''Cyn?'' De Cyndaquil hield zijn kopje een beetje scheef. ''Kom, we gaan een maatje voor je zoeken,'' sprak Chiara, voor ze hem aankeek. Taiki knikte en liep al een stuk vooruit, gevolgd door het meisje waar hij altijd over waakte.
''Taiki, welk soort pokémon zou je als vriend willen? Vuur, water, gras?'' Zelf had ze geen flauw benul welke pokémon ze graag zou willen hebben, dus misschien had Taiki een idee. Helaas haalde deze zijn kleine schoudertjes op. ''Het maakt je dus niks uit?'' Hierop dacht hij even na, maar schudde daarna 'nee'. Chiara besloot om haar pokédex er weer bij te halen, maar dat had weinig nut. Met een zucht duwde ze hem weer terug op zijn plek. Achja, sommige wist ze nog wel uit haar hoofd. Zoals Exeggcute, Cubone, Riolu, Pikachu, Poocheyena... Poocheyena was wel een schattige pokémon. Als ze die tegenkwam zou ze die zeker weten vangen. “Bah…” Chiara keek op. Dit moest Caleb wel zijn, tenminste, dit dacht ze. Rustig liep ze op het geluid af en ja hoor, daar stond hij, met Shura. Blijkbaar ging de jacht niet lekker. Achja, volgende keer meer geluk.
Caleb
Aantal berichten : 22 Registration date : 08-11-10
“Chaaar!” Zoekend keek Caleb om zich heen. Daar was dat geluid weer. Maar… waar kwam het dan vandaan? “Shura?” vroeg hij, half fluisterend alsof het een samenzwering was. “Heb jij enig idee waar hij kan zitten?” Shura schudde met haar kop, zonder haar zoekende blik van de omgeving af te wenden. Ze had de trainster, Chiara, ook al opgemerkt. Ze was hen dus gevolgd. Ah, blijkbaar was hij dus toch niet als een complete idioot overgekomen. Nee, slechts een bijna complete idioot. Waar zat dat beest? “Chaaaar~” klonk er weer. Dichterbij. Van achter haar. Alsof het.. in haar oor werd gesproken? Shura draaide zich met en ruk om, om daar de opengesperde bek van een pokémon te ontmoeten. Verward strompelde ze achteruit. Wat was dat beest aan het doen? “Daar!” riep Caleb uit, wijzend op de pokémon met de open bek. “Dat is er een! Een Chimchar!” krijste hij, doordraaiend van plezier. Ze hadden er een gevonden! Eindelijk! “Kom op, Shura! Dit kan misschien wel onze enige kans zijn!” Caleb wees naar de Chimchar. “You’re mine!” grijnsde hij.
“Quick Attack, Shura!” snoof hij. Quick Attack was de perfecte aanval om uit te zoeken hoe snel de Chimchar was. Hoe sneller hij was, hoe sneller hij zou kunnen reageren op de aanval van Shura. De Chimchar hield zijn twee armen voor zich, in de hoop de schade van de aanval te kunnen reduceren. Goede reflexen, alleen had hij de aanval ook kunnen proberen te stoppen met een weder aanval. Shura gaf de Chimchar een harde beuk, bleef doorrennen, tot de Chimchar met zijn rug tegen een boomstam belandde. De Chimchar reageerde echter sneller dan ze had verwacht. Hij haalde uit met zijn scherpe nagels, en gaf Shura een pijnlijke krab over haar gezicht. Instinctief sprong ze naar achter, nijdig wrijvend over haar gezicht. Bah, hij had gewoon geluk gehad. De Chimchar haalde diep adem, en vuurde een felle Ember aanval af op Shura. “Ontwijk, gevolgd door Faint Attack, Shura!” beval Caleb. Behendig sprong ze aan de kant voor de straal van hete bollen. Ze sprintte op hem af, verdween voor een seconde op het laatste moment, om vervolgens weer achter hem te verschijnen. Met haar lange klauw haalde ze uit, om hem vervolgens een flinke klap tegen zijn rug te geven.
Tot dusver ging het goed. Shura had de overhand tot nu toe, en gaf haar tegenstander geen kans tot het ontdekken van een opening. Tenminste, dat was wat ze dachten. De Chimchar veranderde in een grote vuurbal, die zich razendsnel omraaide, en Shura raakte. Damn, die pokémon was snel. Als Caleb niet beter wist, zou hij zeggen dat de snelheid van de Chimchar gelijk was aan die van Shura. Ha, dat had hij gedroomd… “Kom op, Shura! Je laat je toch niet inmaken door een Flame Wheel?” Caleb snoof. Het grootste deel van Shura’s aanvallen hadden ze al gebruikt. Ze kon ook nog Ice Punch, een aanval die ze al van jongs af aan kende. Alleen zou die aanval niet bepaald iets kunnen uitrichten tegen de Chimchar… Shura hield haar armen gekruist voor zich, zodat haar klauwen werkten als schilden tegen de hitte. Was er een makkelijke manier om deze aanval te stoppen? De aarde onder haar poten maakte een knisperend geluid. Ze werd achteruit geduwd door de kracht van het Flame Wheel. “Shura, gebruik Quick Attack om weg te komen!” riep Caleb.
Zonder ook maar een seconde te twijfelen aan Caleb’s beslissing kwam Shura achter de bescherming van haar krachtige klauwen vandaan, in een poging van de hitte weg te kunnen springen met haar Quick Attack. Zou het werken? Zou het Flame Wheel haar niet als nog raken? Vanuit haar ooghoek zag ze de draaiende bal dichterbij komen. Had ze genoeg tijd om weg te komen? Wonder boven wonder, was het gelukt. De seconde die minuten lang had leken te duren, was voorbij. En ze was er nog ongedeerd afgekomen ook. “Icy Wind op de grond, Shura!” riep Caleb. Kort keek ze naar haar trainer. Zijn blik was zelfverzekerd. Hij wist wat hij deed. Goed dan. Ze haalde diep adem, en blies een ijzige wind uit die de grond liet bevriezen. Had dit wel zin? De warme vlammen die van Chimchar’s lichaam afkwamen, lieten het ijs vrijwel meteen verdampen tot water. Water..? Zijn brandende lichaam doofde, en de Chimchar bleef roerloos stilstaan in de plas met water. Dus dát was zijn plan geweest! Het vuur doven met water!
Goed, dan nu de laatste stap die genomen zou moeten worden. Ze wisten nu wat de Chimchar kon. Hoe snel hij was, hoe hij bewoog, hoe hij aanviel, hoe hij zich verdedigde. Het enige wat ze nog moesten doen… was hem genoeg schade geven om hem te kunnen vangen. Dat zou niet al te moeilijk moeten zijn, of wel soms? “Fury Attack, Shura!” riep Caleb. Shura knikte, en zette zich af, recht op de Chimchar af sprintend. Ze gaf hem geen tijd om een opening bij haar te zoeken. Hij hield zijn armen defensief voor zijn lichaam, klaar om de aanval te incasseren. Shura was echter iets anders van plan. Op het laatste moment sprong ze in de lucht, over de Chimchar heen. Behendig draaide ze zich om toen ze eenmaal geland was, om de Chimchar vervolgens zo veel mogelijk schade te geven door zijn rug meerdere malen te raken met haar scherpe klauwen. Ja, dat moest wel genoeg zijn. Ze sprong weer naar achter, afwachtend kijkend naar Caleb. Nu was het zijn beurt.
“Ha! Perfect!” grijnsde Caleb. Hij haalde een kleine, ongebruikte pokéball uit zijn broekzak. De enige pokéball die hij daar niet in had zitten, was die van Shura. Die hing netjes aan zijn riem, zodat hij hem niet eerst in zijn zak zou hoeven zoeken. Nee, dit was veel handiger. Hij klikte de pokéball groot, trok zijn arm naar achteren, en gooide de pokéball zo hard als hij kon naar de Chimchar. Extra schade, misschien? Nee, hij hield er gewoon van om met dingen te gooien. Zo simpel was het nou eenmaal. Wat iets minder simpel was, zou het proces zijn als de pokéball de Chimchar had geraakt. Zou hij er in blijven zitten, en zou hij de Chimchar trots tot zijn nieuwe aanwinst kunnen benoemen? Of zou hij er weer uit komen, zodat het gevecht door ging, en hij hem verder moest verzwakken. Kort wisselde hij een blik met Shura, die lichtjes hijgend van uitputting naar de pokéball keek. Zou hij blijven zitten?
De ball ging hard heen en weer; het was maar al te goed duidelijk dat de Chimchar (nog) niet gevangen wilde worden. Helaas lukte het hem niet eruit te komen en klonk het ping geluidje, wat betekende dat hij gevangen was. Gefeliciteerd.
Een grijns van oor tot oor stond op Caleb's gezicht. “Jahoo!” grinnikte hij. Hij stak zijn duim op naar Shura. “Goed werk! We hebben hem!” hij liep naar de pokéball toe, en staarde er een tijdje naar terwijl hij hem vasthield. Het was hen nog gelukt ook… Shura liep op hem af, en legde haar klauw op zijn arm. Ze trok er kort aan, met een nieuwsgierige blik naar de pokéball kijken. “Oh, natuurlijk…” knikte Caleb. Hij liet de Chimchar uit zijn bal. Met een vriendelijke glimlach begroette hij hem. “Hallo, Chimchar. Reis je met ons mee?” vroeg hij. De Chimchar knikte vrolijk, aangevuld door een vrolijke ‘Chaar~!’. Caleb knikte. “Perfect! Dan zal jij vanaf nu door het leven gaan met de naam… de naam… Kunai!” besloot hij. De Chimchar keek hem vragend aan, voordat hij glimlachte, als teken van acceptatie.
Chiara
Aantal berichten : 128 Leeftijd : 28 Woonplaats : Op aarde, geloof ik x] Registration date : 19-05-10
“Chaaaar~” Taiki keek vlug om zich heen. Blijkbaar waren die twee naar deze pokémon op zoek, aangezien Caleb als een gek dinge begon te roepen toen hij deze pokémon opmerkte. Een Chimchar... Best schattig eigenlijk, maar Chiara vroeg zich eigenlijk af of het Caleb zou lukken. Dit was overduidelijk niet de eerste keer dat hij zelf een pokémon ving, vanwege Shura, maar het was wel zijn eerste keer om een pokémon te vangen met Shura's hulp. Chiara glimlachtte even, misschien kon ze hier nog iets van opsteken. Ze was immers zelf een beginnelinge. ''Let goed op, Taiki. Hier kunnen we nog wat van leren.'' De kleine Cyndaquil keek even op, maar knikte daarna, waarna hij zijn blik op de twee pokémon voor zich richtte. “You’re mine!”
“Quick Attack, Shura!” De Chimchar reageerde hierop door zijn armen voor zich te plaatsen. Op zich wel een goed idee, maar het was beter geweest een tegenaanval te gebruiken, sinds ontwijken hierbij onmogelijk was. “Ontwijk, gevolgd door Faint Attack, Shura!” De Sneasel liet zich niet op haar kop zitten, alleen omdat de Chimchar haar had kunnen raken. Tot nu toe ging het nog goed, de Sneasel liet zich niet zo gauw meer raken. Tenminste... totdat de Chimchar in een vuurbal veranderde. Zou Taiki dat ook kunnen? Chiara staarde de Cyndaquil aan, maar die had zich gefocust op het gevecht. Blijkbaar had hij dit echt serieus genomen, en dat was maar goed ook. Chiara zakte door haar hurken, zodat ze even kon zitten, alhoewel ze wist dat dit na een tijdje begon pijn te doen. Maar dan zou ze wel weer opstaan, of in een andere houding gaan zitten. Ze liet haar blik glijden over Caleb die nu een serieus gezicht trok. Hij kon dus toch serieus zijn, maar dan alleen in gevechten blijkbaar. Ze grijnsde even. Dat kon ze hem natuurlijk niet kwalijk nemen, gevechten waren immers serieus. En een pokémon vangen al helemaal.
“Fury Attack, Shura!” Dit moest zeker weten de genade klap zijn, de Chimchar kon zich niet goed meer bewegen met al dat water, dus ontwijken was onmogelijk. De Chimchar plaatste echter zijn armen weer naar voren, om het meeste van de klap op te vangen. Toch was dit geen enkel probleem voor Shura, zij sprong gewoon simpelweg over hem heen, om hem vervolgens in zijn rug te raken. “Ha! Perfect!” Caleb haalde een klein balletje tevoorschijn, die hij vervolgens in een grote pokéball liet veranderen. Deze gooide hij zo hard mogelijk op de Chimchar af. Waarvoor was dat nodig? Wilde hij extra schade toebrengen, ofzo? Nee, dat was helemaal niet nodig, Shura had hem al helemaal uitgeput. Er was vast een andere rede voor. Chiara keek de pokéball strak aan. Hij ging heftig op en neer, ten teken dat de Chimchar nog steeds niet wilde toegeven. Ook al was het niet zij die de pokémon wilde vangen hield ze toch haar adem in. Pas toen ze het bekende pling geluidje, wat ze wel vaker had gehoord, hoorde ademde ze weer kalm uit. Het was Caleb gelukt, hij had een Chimchar gevangen. “Jahoo!” Chiara grinnikte, zelfs zij zou zoiets zeggen als ze een pokémon ving. Dus zo zag een gevecht er in real life uit, zij had zulke dingen alleen op tv gezien. Natuurlijk gaat zij binnenkort ook vechten, maar het was fijn om dit te zien. Nu heeft ze wel wat geleerd. ''Cynda!'' riep Taiki blij. Blijkbaar was hij ook opgelucht dat het Caleb was gelukt. Het meisje stond op, klopte haar broek netjes af en liep op Caleb en Shura af. Eerst wilde Caleb zijn nieuwe aanwinst nog begroeten, door hem uit de pokéball te laten. Ze zuchtte even toen ze Caleb al meteen een naam hoorde roepen. Zij had er lang over moeten nadenken en hij had er binnen een mum van tijd een verzonnen. Achja, het was een energieke jongen, dus vreemd was het in ieder geval niet. Was zij maar zo snel met iets bedenken... ''Gefeliciteerd,'' sprak ze uiteindelijk met een glimlach. ''En,'' ging ze verder, waarna ze zich bukte bij de Chimchar. ''Leuk je te ontmoeten, Kunai.''
Caleb
Aantal berichten : 22 Registration date : 08-11-10
''Gefeliciteerd,'' hoorde Caleb. Verbaasd over het horen van een stem, keek hij op van zijn nieuwe aanwinst. Het was het meisje dat hij daarstraks had ontmoet, samen met haar Cyndaquil. Waren de twee hem en Shura gevolgd? Goh, dat was wel het laatste wat hij had verwacht. ''En, leuk je te ontmoeten, Kunai,'' zei ze vervolgens. Kunai grijnsde, en beantwoordde Chiara’s begroeting met een vrolijke ‘Chaar~’. “Bedankt,” reageerde Caleb. Net als Kunai grijnsde hij lichtjes. “Trouwens… ben je ons echt de hele weg gevolgd?” vroeg hij, niet zeker of ze hen niet toevallig weer tegen was gekomen. Dat was natuurlijk ook een optie, naast achtervolgen. Nieuwsgierig hupste Kunai naar voren, op Taiki af. De Cyndaquil was een zogenaamde ‘starter’, net als hem. Het enige verschil was dat Caleb hem als een wilde pokémon had gevangen, en dat zij haar Cyndaquil, als hij zich niet vergiste, uit het lab had gekregen. Toch zou afkomst niet als verschil mogen tellen, vond hij. Nee. Het echte verschil was het kleine beetje ervaring dat ze allebei hadden. Dat kleine beetje ervaring, dat besliste hoe ze vochten. Vanuit haar ooghoeken keek Shura naar Kunai. Het was een goede beslissing geweest om hem erbij te nemen, vond ze. Het zou nu voor haar een stuk makkelijker worden. Ze zou minder hoeven te vechten. Natuurlijk zou ze nog wel genoeg moeten vechten om een goede conditie te houden, maar… het ging er om dat ze niet meer alles alleen hoefde te doen. Ja, dat was ronduit een prettig idee. Maar toch… toch was er ergens iets aan de Chimchar wat haar niet helemaal aanstond. Zijn overdreven vrolijkheid, misschien? Of was het gewoon omdat er een verandering had plaats gevonden, die zo ingrijpend was dat ze er niet omheen kon? Nee, ze zou geen vooroordelen mogen hebben voor de Chimchar. Hij zou vast ontzettend meevallen. Een zachte glimlach versierde haar gezicht. Bovendien zou ze hem wel moeten accepteren, al was het maar voor Caleb.
-Geen inspi x3-
Chiara
Aantal berichten : 128 Leeftijd : 28 Woonplaats : Op aarde, geloof ik x] Registration date : 19-05-10
“Bedankt,” antwoordde Caleb en grijnsde net zo breed als de Chimchar. “Trouwens… ben je ons echt de hele weg gevolgd?” Chiara keek hem even verbaasd aan. Eigenlijk was ze niet express op Caleb afgelopen, ze had gewoon graag willen zien hoe een pokémon werd gevangen. Aan de andere kant was ze eerst nog na aan het denken over een pokémon, of liep ze gewoon wat rond in de hoop er eentje tegen te komen. ''Eigenlijk was ik van plan om zelf een pokémon te zoeken, maar toen ik jou stem hoorde dacht ik dat je de pokémon al had gevonden, dus kwam ik naar het gevecht kijken.'' Kort keek ze naar Taiki. Het was misschien slimmer om Taiki eerst te gaan trainen, voordat ze een andere pokémon bij de groep voegde, maar aan de andere kant, als ze er twee had kon ze die tegen elkaar laten vechten en dat was ook een training. Chiara zuchtte. Hoelang zou Caleb Shura al hebben? Vast al wat langer dan zij Taiki had, Shura zag er namelijk sterk uit en Taiki was nog een beginner. Vastberaden kwam ze recht. Het was tijd om te gaan trainen. Taiki keek verbaasd op, maar toen hij haar gezichtsuitdrukking zag wist hij wat ze van plan was. ''Cynda,'' sprak hij vrolijk en knikte. Caleb zou haar nu vast raar aankijken, maar dat maakte niet uit. Waarschijnlijk zou hij zijn Chimchar ook willen trainen, of gewoon wat tijd met hem doorbrengen en daar zou zij alleen maar bij storen. ''Ik en Taiki gaan trainen,'' begon ze droog,'' En dat kan jij maar beter ook gaan doen, als je wil dat ik tegen je op ga kijken.'' Ze draaide zich om en liep kalm weg, met Taiki naast zich. Het was geen normaal afscheid, wat iedereen zou zeggen, maar Chiara was er zeker van dat ze Caleb weer een keer zou tegenkomen. Ze had geen idee of Caleb het meende dat ze rivalen waren, waarschijnlijk had hij het gewoon random gezegd, maar de volgende keer als ze hem tegenkwam was ze zeker weten sterker. Misschien dat ze dan zelfs een gevecht konden houden, mocht ze dan haar eerste pokémon wel had gevangen. De toekomst had veel te bieden, je moest gewoon je best er voor doen.
''Taiki, doe je Ember!'' kleine vlammetjes schoten op wat kleine stenen af. Chiara dacht dat het zo wel veilig was, aangezien stenen niet ontvlambaar waren. Ze hadden niet ver hoeven te lopen om deze plek te ontdekken. Her en der waren stenen verspreid, wat een goede oefenplek was voor vuuraanvallen. Zolang het niet terug ketste op het gras, natuurlijk. Na nog een paar keer geoefend te hebben op zijn richtwerk zakte Taiki uitgeput in elkaar. Chiara rende kalm op hem af, om vervolgens naast hem op de grond te zakken. ''Je hebt goed je best gedaan,'' complimenteerde ze en haalde een berry uit haar tas. Die waren nog van eerst, voordat ze Caleb achter die Combee aan zag marcheren. Het was weliswaar geen Tomato berry, maar Taiki nam hem toch aan. Hij had vast honger na al dat rondgehuppel. Achja, rust had hij wel verdiend, hij had immers hard getraind.
(Meer kon ik ook niet verzinnen =o)
Caleb
Aantal berichten : 22 Registration date : 08-11-10
''Eigenlijk was ik van plan om zelf een pokémon te zoeken, maar toen ik jou stem hoorde dacht ik dat je de pokémon al had gevonden, dus kwam ik naar het gevecht kijken,'' antwoordde Chiara. Caleb knikte. Ja, dat was natuurlijk ook een mogelijkheid… Maar als ze al een pokémon wilde vangen, waar zocht ze dan naar? Je kon natuurlijk geen pokémon zoeken, als je nog niet wist welke het zou zijn… Dan zou haar ‘zoeken naar’ veranderen in ‘rondkijken’. Toch? Of.. was hij nu verkeerd aan het redeneren? Hij wilde er iets van zeggen, maar werd afgekapt door Chiara. ''Ik en Taiki gaan trainen, en dat kan jij maar beter ook gaan doen, als je wil dat ik tegen je op ga kijken.'' Caleb begon te grijnzen. Ze had wat hij had gezegd dus serieus genomen. Een soort van, in ieder geval. Maar, ze had gelijk. Als hij werkelijk iets voor wilde gaan stellen in de gigantische wereld waar ze in leefden, had hij nog een lange weg te gaan. Utah zou een goede plek zijn om te starten. Er leefden verschrikkelijk veel verschillende pokémon soorten, iets wat op zich al goed was, en niet te vergeten de vele trainers. De trainers die hij zou bevechten, in de hoop te kunnen bewijzen dat hij zijn toekomstige titel waard zou zijn.
“Shura. Kunai,” sprak hij toen Chiara en haar pokémon uit het zicht waren verdwenen. Zijn rechter mondhoek trok omhoog tot een scheve glimlach. “Laten we gaan trainen.” Kunai klapte kort in zijn handen van opwinding, vergezeld door Shura die enkel knikte. Het eerste idee voor een training dat Caleb verwierp, was uitdagen van de pokémon die ze tegen zouden komen. Nee. Tegen wilde pokémon wilde hij alleen vechten als ze hem uitdaagden. Iets wat op het moment niet het geval was. Dan maar iets anders. Iets wat makkelijk was om te doen voor beide. “Jahoo! We gaan optrekken!” grinnikte Caleb. Hij keek beide pokémon vrolijk aan. Zo’n soort oefening zou een perfecte kracht training zijn. Vragend keken Shura en Kunai hem aan, niet begrijpend wat hij bedoelde. “Ik doe het voor!” grijnsde Caleb. Hij rende naar een boom toe die hem geschikt leek, sprong in de lucht, en greep met beide handen een van de wat dikkere takken vast. “Zie je?” zei hij moeizaam. Hij klemde zijn kaken op elkaar, en trok zichzelf een paar keer op, voordat hij weer los liet. “Zo!” grijnsde Caleb, duidelijk verwachtend dat zijn pokémon snapten wat hij bedoelde.
Het duurde niet erg lang, of beide pokémon waren aan de slag gezet. Shura die geen handen had, had haar klauwen simpelweg aan de tak gehaakt, zodat de enige inspanning die ze zou moeten verrichten gericht zou zijn op het optrekken zelf, en niet het vasthouden aan de tak. Kunai echter had het om dezelfde reden lastiger. Steeds als hij zich op had weten te trekken, verloor hij zijn grip, waardoor hij neerstortte. De eerste keren, in ieder geval. Daarna was Caleb zo verstandig geweest om onder hem te gaan staan, zodat hij hem op kon vangen als hij weer viel. Het zou op zijn minst wreed zijn als hij zou toekijken hoe zijn pokémon steeds weer op de grond viel. Bovendien kon hij de energie die hij verloor aan het herstellen van zijn schade beter aan de training kunnen besteden. “Kom op, Kunai!” moedigde hij de Chimchar aan. Shura had minder aanmoediging nodig, vond hij. Zij was beter getraind dan Kunai, en had daardoor minder hulp nodig. Shura zou niet uit de boom kunnen vallen. Dat was het handige aan haar klauwen.
Chiara
Aantal berichten : 128 Leeftijd : 28 Woonplaats : Op aarde, geloof ik x] Registration date : 19-05-10
Nadat hij zijn bes op had gegeten en hij rust had gehad kon Taiki weer verder. Chiara vond dat hij zijn richten al goed geoefend had, dus het was tijd voor iets anders. Uithoudingsvermogen, misschien? Vragend keek ze de Cyndaquil aan, die verwachtingsvol terugkeek. Het zag er niet naar uit dat Taiki het initiatief nam, dus moest zij het maar doen. Rustig keek ze om zich heen, om vervolgens een parcour in gedachten te krijgen. ''Goed Taiki, we gaan over in het trainen van uithoudingsvermogen,'' sprak ze en knikte vastbesloten. ''Eerst rennen we langs die stenen, om vervolgens te zigzaggen tussen die bomen,'' ging ze verder en wees met haar rechterhand naar de plekken die ze bedoelde. ''Dan springen we over die omgevallen boomstam, vermijden de stenen en komen hier weer terug,'' legde ze verder uit. Zijzelf liep ook mee, want de training kon ook effect op haar hebben en een goede conditie zou als trainster wel fijn zijn. Ze keek Taiki kort aan, maar die knikte alleen maar bevestigend. Chiara ging klaarstaan om te gaan rennen, gevolgd door Taiki, die haar als voorbeeld nam. ''Sei, no...'' telde ze af, waarna ze beide tegelijk begonnen te rennen. Soepel ontweken ze de stenen die in de weg lagen. Dit was wel makkelijk, maar aan het einde lagen meer stenen, ds dat werd opletten. Taiki en Chiara liepen nek aan nek, maar daar zou verandering in komen. Eenmaal bij de bomen liepen ze ieder een andere kant van de boom op, wat fijner was, anders zat je elkaar alleen maar in de weg. Taiki nam nu de leiding, omdat hij sneller van richting kon veranderen, omdat hij kleinere stappen zette. De eerste paar zigzagjes gingen goed, maar algauw struikelde hij over een uitstekende wortel van een boom. Met een enorme klap kwam hij op de grond terecht. Hij deed echter alsof het niks was, stond op en rende verder. Eerst liet hij Chiara weten dat ze moest oppassen, die dan ook soepel over de wortel heen rende. De laatste zigzag en dan de bocht om weer naar de stenen te gaan. Het gekras van een Murkrow liet Taiki echter opkijken. De vogel keek uitdagend naar hem, waardoor hij halt hield. Met opgetogen kop keek hij de Cyndaquil vanuit zijn ooghoeken aan, alsof hij wilde zeggen dat Taiki niks voorstelde. ''Cynda,'' kwam knarsend uit Taiki's mond. Van woede had hij zijn kaken op elkaar geklemd. Chiara kwam nu eindelijk in de buurt van hem, maar toen ze hem stil zag staan en naar boven zag kijken, remde ze ook meteen af. ''Wat is er?'' vroeg ze verbaasd en keek omhoog. De Murkrow keek haar eerst ongeïntereseerd aan, waarna hij zijn blik weer op Taiki richtte. Hij maakte weer een fel geluid, waarna hij een grijns op zijn snavel toverde. ''Cynda, Cyndaquil!'' riep Taiki driftig en zwaaide met zijn voorpoten pissig naar de Murkrow. Het duurde maar enkele seconden of hij vuurde zijn Ember op de vogel af. ''Taiki!'' riep Chiara kwaad naar hem. Geschrokken keek hij haar aan. ''Gewoon negeren, hij gaat vanzelf wel weg.'' Ze draaide zich om en wilde verder lopen, maar de Murkrow kwam naar beneden gevlogen, recht op haar af. Nog net op tijd kreeg ze het in de gaten en dook ze weg. Nu was Taiki helemaal over de rooie, waardoor hij achter de Murkrow aanrende. Deze ging op een kalm tempo vliegen, om hem te pesten en nog kwaaier te krijgen. Nogmaals vuurde Taiki zijn Ember af, die de Murkrow rakelings raakte. Deze bleef gewoon doorvliegen, alsof er niks aan de hand was. Voor een laatste keer vuurde Taiki zijn Ember af, maar kwam tot stilstand toen hij zag dat het niet de Murkrow was die hij raakte. Het was namelijk de tak waar Kunai en Shura zich bevonden...
Caleb
Aantal berichten : 22 Registration date : 08-11-10
Een rode gloed trok Caleb’s aandacht weg van zijn training. “Wat gebeurt er daar?” vroeg hij. Hij zette een stap naar voren, voordat hij moest bukken om een Ember te ontwijken. Dezelfde vlammenwerper, die de tak waar Shura en Kunai aan hingen brak. De twee pokémon konden, gelukkig, op tijd wegspringen, zodat ze niet door de aanval werden geraakt, en niet samen met de tak op de grond neerstortten. Caleb die nog onder de tak stond, echter, kreeg de volle laag. Met een luid gekraak viel de tak naar beneden, om hem vervolgens recht op zijn hoofd te raken. Hij liet een kreet van schrik horen. Zachtjes kreunend wreef hij over zijn pijnlijke schedel. “Auw…” jammerde hij. “Chaar? Snea?” hoorde hij zijn pokémon. Ze vroegen of alles in orde was. Niet dat hij ze kon verstaan, het zou alleen niet meer dan logisch zijn als ze dat vroegen. Hij voelde het zware gewicht van de tak die op zijn borstkas drukte minder worden, doordat zijn pokémon deze van hem af haalden.
Langzaam hees Caleb zichzelf overeind. Jezus, waarom was die tak zo zwaar geweest? En belangrijker, waarom was de tak op zijn hoofd gevallen? Hij deed een poging om overeind te komen, en wankelde naar de boom toe. Het duizelde in zijn hoofd, en het koste hem moeite om niet om te vallen. “Aaah…” gromde hij. Hij stompte met zijn vuist tegen de boom aan, alsof dat zou helpen om de pijn aan zijn schedel weg te krijgen. Voorzichtig ging hij met zijn hand langs de plek waar de tak hem had geraakt. Met samengeknepen ogen keek hij naar de donkere kleur op zijn zwarte handschoen. Bloed? Fijn, hij had nog een hoofdwond ook. “Shura, ik heb ijs nodig,” zei hij terwijl hij zich tegen de boom aan liet neerzakken. Hij scheurde een stuk van zijn broek af, en wikkelde deze om het stuk ijs heen dat Shura had gemaakt met behulp van haar Ice Shard. “Thanks,” grijnsde hij. Voorzichtig hield hij het in kleding gewikkelde stuk ijs tegen zijn wond aan. Oké, toegegeven. Hij had verstandig moeten zijn, en had EHBO spullen in moeten pakken. Dan zou hij er nu niet zo aan toe zijn.
Zijn blik viel op Chiara, die niet veel verderop met haar Cyndaquil stond. Wacht. Was de tak niet gebroken door een Ember aanval? Een Ember aanval die nog best wel een van een Cyndaquil had kunnen zijn? Caleb begon te grijnzen, en stak zijn duim op naar Chiara. “Dat was een top Ember,” zei hij, het feit dat hij een hoofdwond had negerend. Ha, hij had echt het juiste persoon uitgekozen om zijn rivaal te worden! Als de Cyndaquil nu al zo’n Ember af kon vuren, hoe zou dat dan zijn als deze zou evolueren? Dat zou nog eens een uitdaging zijn. Een manier vinden om die Ember af te weren. Het zou vooral een uitdaging zijn om dat met Shura te proberen. Zij was een stuk gevoeliger voor vuur aanvallen dan Kunai, wist hij te vertellen.
Chiara
Aantal berichten : 128 Leeftijd : 28 Woonplaats : Op aarde, geloof ik x] Registration date : 19-05-10
Geschrokken keek Chiara toe hoe de tak Caleb raakte. Oh Arceus, zou het goed met hem gaan? Ze wilde op hem afrennen om hem te helpen, maar ze zag dat zijn pokémon dat al deden. Moeizaam kon ze het schouwspel bekijken hoe hij rechtkwam en naar de boom wankelde. Ze beet op haar onderlip, onopmerkbaar voor zichzelf, totdat ze de gore smaak van bloed proefde. Fijn. Achja, nu bloedde ze tenminste allebei en het mooiste: allebei haar schuld. Caleb scheurde ondertussen een stuk van zijn broek af, wikkelde dat om iets en duwde het tegen zijn hoofd aan. Aangezien Shura bij hem was zou dat ijs moeten zijn. Had hij geen EHBO-pakket mee, al was het maar een klein beetje? Langzaam gleed haar hand naar de heuptas die zich om haar middel bevond. Zelf had ze ook niet veel bij zich, pleister, verband en ontsmettingsmiddel. Dat was alles wat er in pastte, afgezien van de pokédex en de rest van haar spullen. Maarja, iets van die dingen kon hem vast helpen. Ze wilde op hem aflopen, maar merkte op dat Caleb de duim naar haar opstak. "Dat was een top Ember,” sprak hij erachteraan. Wat? Was hij gek geworden? Daar kon je toch niet aan denken als je net een tak tegen je aan hebt gekregen, vanwege die Ember. Op dat moment viel haar weer te binnen dat die Murkrow Taiki hiertot aanspoorde. Haastig gooide ze haar blik door de lucht, maar kon hem niet zien. In een boom dan? Ook niet. Vragend keek ze de Cyndaquil aan, maar die staarde droog voor zich uit. Vlug schudde Chiara haar hoofd. Dat was nu niet het belangrijkste.
''Gaat het? Sorry,'' sprak ze haastig, terwijl ze op Caleb afrende. ''Ik heb wel iets bij, maar ik weet niet of je er wat aan hebt,'' ging ze weer verder. Ze hoopte van wel, sinds dat het enigste is wat ze had. Ze ritste het tasje open en haalde meteen het ontsmettingsmiddel tevoorschijn, waarbij de kaart er ook uitviel. Droog bekeek ze het, terwijl ze de kaart opraapte. Juist, ze moest opletten dat ze niet anderen spullen ermee uittrok. Ze duwde de kaart terug en ging opzoek naar het verband. Misschien was het niet de juiste manier, maar dit was het enigste wat ze had, dus moestten ze het er maar mee doen. Pas nu 'ontwaakte' Taiki uit zijn droom en rende op de rest af. ''Cynda, Cyndaquil,'' sprak hij, waarschijnlijk zijn excuses aanbiedend. Hij wierp nog één laatste blik om zich heen, maar blijkbaar was de Murkrow toch verdwenen, de rotzak.
Caleb
Aantal berichten : 22 Registration date : 08-11-10
''Gaat het?'' vroeg Chiara toen ze eenmaal op hem afrende. Graag had Caleb willen zeggen dat alles in orde was. Dat ze zich geen zorgen hoefde te maken over hem; hij had wel vaker verwondingen. Maar.. een hoofdwond was echter wel iets meer dan een simpele schaafwond of een kneuzing. ''Sorry,'' zei ze. Caleb schudde met zijn hoofd. “Geen excuses. Ik had niet onder de tak moeten gaan staan,” snoof hij. ''Ik heb wel iets bij, maar ik weet niet of je er wat aan hebt,'' zei Chiara terwijl ze haar tas opende. Automatisch liet Caleb zijn blik naar haar tas glijden. Natuurlijk, het was onbeschoft om er in te kijken, maar… hij kon er toch niks aan doen dat hij de inhoud kon zien? Nieuwsgierigheid… misschien irriteerde hem dat nog wel meer dan zijn hoofdwond. Het enige wat de twee dingen gemeen hadden, was dat ze op het moment allebei met Chiara te maken hadden.
Chiara haalde een ontsmettingsmiddel uit haar tas, samen met wat verband. Caleb begon te fronsen. Was het nou echt nodig om de wond helemaal te ontsmetten en in verband te wikkelen? Hij haalde het in zijn kleding gewikkelde stuk ijs van de wond af. Het eerste wat hij zou doen als hij in de volgende stad kwam, was zelf verband kopen. En misschien wat andere eerste hulp spullen. Als hij zijn kleding als verband zou blijven gebruiken, zou hij straks nog naakt rond moeten lopen. Wat hem natuurlijk weer bij het onderwerp bracht dat hij een nieuwe broek moest kopen. De winter zou echt niet te doen zijn als hij dan nog steeds kapot was.
Kort grijnsde Caleb naar Kunai, die stilletjes naar Caleb zat te staren. Was hij gechoqueerd ofzo? “Er is niks ernstigs aan de hand, Kunai,” grinnikte hij. Shura knikte, en legde haar klauw op Kunai’s schouder, voordat ze een pissige blik op de Cyndaquil van Chiara wierp. “Shura…” waarschuwde Kunai. “Het was een ongeluk.” Shura dwong zichzelf om van de Cyndaquil weg te kijken. Ze haatte het als er iets met Caleb gebeurde. Hij was zo kwetsbaar.. zo fragiel.. zo menselijk... Ze wilde hoe dan ook voorkomen dat hij gewond raakte. En dat ging nogal moeilijk als een bepaalde Cyndaquil zijn Ember in een willekeurige richting af begon te vuren. Daar kon je haar moeilijk ongelijk in geven, of niet soms? De warme hand van Kunai op haar klauw trok haar weg uit haar gedachten wolk. “Chaar..?” zei hij, haar vragend aankijkend. Shura zuchtte, en sloeg haar ogen neer. Hij had gelijk, ze moest het proberen te vergeten.
Chiara
Aantal berichten : 128 Leeftijd : 28 Woonplaats : Op aarde, geloof ik x] Registration date : 19-05-10
“Er is niks ernstigs aan de hand, Kunai,” hoorde ze Caleb zeggen. Chiara liet haar blik even rusten op de Chimchar. Deze was vast bezorgd om hem. Ze zuchtte even, als dit bij hem niks ernstigs was, wilde ze niet weten wat juist wél ernstig was. “Shura…” waarschuwde Kunai. “Het was een ongeluk.” Verbaasd liet ze haar blik glijden over de Sneasel. Ze kon het wel begrijpen dat Shura nogal pissig is, maar toch... Het was toch een ongeluk? Vlug schudde ze haar hoofd, beseffend dat ze van gedachten dwaalde. Ze stak haar hand met de zalf uit naar Caleb, dat kon hij best zelf erop smeren, daar hoefde zij niet voor te zorgen. Daarbij zou het er raar uitzien en wist ze niet of ze dat überhaupt wel durfde.
Onhandig begon ze te pulken aan het verband. Het moest toch ooit eens loskomen, nam ze aan. Ugh, hetzelfde verhaal als met plakband. Zodra je het nodig hebt moest je het begin eerst zien te vinden en dat los zien te krijgen, Dan ben je alweer een kwartier verder, minstens. Tenminste, in haar verhaal wel. Na wat geklungel had ze het los gekregen, waarna ze het voorzichtig een stukje uit elkaar wikkelde. Daarna keek ze Caleb aan, om te zien of hij het zalf er al had opgesmeerd of niet. Of hij moest het niet willen, natuurlijk.
Taiki keek oplettend naar wat zijn trainster deed. Gelukkig had ze wat bij zich, anders waren ze vast verder van huis. Hij sloeg zijn ogen neer, beseffend dat dit zijn schuld was geweest. De Cyndaquil zuchtte en haalde opnieuw diep adem. ''Cynda, Cyndaquil,'' sprak hij kalm, ergens een droevige ondertoon. Hij probeerde onder woorden te brengen dat het hem speet en hoopte dat ze dit ook begrepen. Even keek hij naar Shura en Kunai, terwijl Kunai iets duidelijk probeerde te maken bij de Sneasel.