Jasmine slaakte een opgeluchte zucht toen ze merkte dat de bomen steeds minder dicht op elkaar stonden en ze in de verte huizen kon zien. Eindelijk zou ze dit vervloekte bos achter zich kunnen laten en de bewoonde wereld weer kunnen betreden - ze zou weer op een fatsoenlijk bed kunnen slapen! De afgelopen dagen waren rampzalig geweest! Nadat ze was weggevlucht bij het Miltankcafeetje, had ze twee dagen lang door het bos gezworven en op de harde ondergrond moeten slapen, met eikeltjes onder haar rug. Ze had Ali Baba opgedragen de weg naar Miho Town voor haar te vinden, maar de Pokémon had haar telkens de verkeerde kant opgestuurd. Of hij dit bewust had gedaan wist Jasmine niet, wel wist ze dat ze onmogelijk op Ali Baba als navigator kon vertrouwen en dus was ze maar op haar eigen gevoel het bos door gelopen, met de kaart van Utah in haar handen. De kaart was lang niet gedetailleerd genoeg voor Jasmine - bospaadjes werden er niet op aangegeven en daar baalde het meisje best wel van.
Enfin, uiteindelijk had ze dan de uitgang van het bos gevonden - finally!. 'Ali! Dit moet je zien!' riep ze verrukt en trots. Ze liet de Totodile uit zijn Pokébal komen. 'Kom mee! Het bos uit!' Jasmine zette het op een rennen en werd direct gevolgd door Ali Baba, die zijn bazinnetje nauwelijks bij kon houden met zijn korte beentjes. De bomen stonden steeds verder uit elkaar en het mos werd langzaamaan ingeruild voor vers gras, dat zo'n beetje tot Totodiles okseltjes reikte. Een grasvlakte begroette hen, met in de verte de eerste huizen van - waarschijnlijk - Miho Town.
Nu ze het bos uit waren, was Jasmine helemaal niet meer te houden. Ze ging nog harder rennen, Ali Baba vergeten. Tot ze plots een akelig gekrijs hoorde, dat haar ook akelig bekend in de oren klonk. Abrupt hield ze op met rennen en draaide ze zich op haar hakken om. Een zwart monster was op haar Totodile afgesprongen en de twee waren in een woest gevecht gewikkeld. 'Ali!' riep Jasmine geschokt. Dat zwartharige monster ging haar niet haar enige Pokémon afpakken! Nu niet, nooit niet! Jasmine rommelde in haar schoudertas en haalde haar Pokédex en een Pokébal tevoorschijn. Ze klapte de Pokédex open en verzocht hem niet al te vriendelijk informatie te zoeken over de zwartharige Pokémon. "Poochyena", vertelde de Pokédex. En er volgde een relaas over de aard van de Pokémon, zijn voorkomen en zijn evoluatie.
'Gotta catch that one,' zei Jasmine, aangetrokken door de agressieve aard van de Pokémon. Deze had zo veel meer pit dan Ali Baba! Ze stopte haar Pokédex weg en richtte zich weer op de twee Pokémon, die nog altijd in een hevig gevecht verwikkeld waren - hoewel het duidelijk geen partij was. Ali Baba was een watje, niet in staat een degelijk gevecht te voeren. De pokémon was meer bezig met zijn verdediging, dan met het verwonden van zijn tegenstander. 'Nu is het genoeg!' riep Jasmine naar de twee, en ze gooide de rood met witte bal naar de Pokémons toe. 'Poochyena, jij behoort aan MIJ!' Een rode straal slokte de Poochyena op en al gauw was er alleen nog maar die rood-witte bal te zien, die wild heen en weer bewoog. Ali Baba maakte dat hij weg kwam en verschuilde zich achter de benen van zijn bazinnetje. Zijn grote ogen staarden angstig naar de Pokébal. Wilde hij eigenlijk wel dat Poochyena gevangen zou worden?
Alhoewel de Poochyena zijn uiterste best deed, leek hij dit niet te kunnen winnen. Na enige tijd klonk het bekende ping-geluidje, de Poochyena kon niet meer ontsnappen.
Jasmine slaakte een kreet van geluk en rende naar de pokéball toe. Ze pakte de bal op. 'Vanaf nu ben je van mij...,' Jasmine aarzelde even. Wat voor naam zou ze de Pokémon geven? Na kort beraad met zichzelf kwam ze tot een besluit. '...Sir Rotolo di Salsiccia.'
Ach ja, wat kon die arme Poochyena eraan doen dat zijn bazinnetje slechts een een beperkte talenkennis had?