Het was een waardige tocht geweest om weer eens verdwaald te raken. Het meisje stopte stil in haar pad en keek om zich heen naar iedere uitweg die er maar te vinden was. Er was een kruispunt, op de plek waar zij was aangekomen. 'Verdraait..' Mompelde ze, het klopte dat ze niet zomaar een stok van de grond kon rapen om hem in het midden van het pad te gooiden zodat 'die' het pad voor haar aanwees. Sommige mensen zouden dat wel een goed plan vinden, maar zo was Mione niet. Ze zuchtte en ging het rechterpad maar op, Mione wilde haar Butterfree, Illusion, vandaag niet storen. Ze had veel rust verdient na die laatste strijd die ze hadden gespeeld tegen een trainer met een Beedrill. Mione strilde, ze vond Beedrill maar niks, ze hadden van die vreselijke naalden en Mione hielt niet van naalden.
Ze zuchtte, waar zou het pad naartoe leiden, dacht ze. Het kon wel weer een plek zijn waar ze dagen rond zou lopen om bij een stad uit te kunnen komen. Al hielt Mione van de natuur, een week lang rondlopen in dezelfde bos was niet fijn, zelfs als je nog geen enkele trainer tegemoet bent gekomen. Daar had Mione last van, ze had nog maar één trainer gezien in één week en ze verveelde zich rot. Tot slot hoorde ze haar maag knorren, het is maar weer eens tijd om wat te gaan eten, dacht ze. Mione pakte de Pokébal van haar Butterfree en liet haar eruit. ''Bfree!'' Sprak Illusion. Mione glimlachtte eventjes naar haar Pokémon en hoorde haar maag voor de tweede keer. ''Illusion, kun jij een boom vinden met wat appels en ze dan naar beneden halen met Psychostraal?'' Vroeg ze. De Butterfree knikte twee keer en ging toen opzoek met haar trainster achter haar aan. Maar plots stonden ze beiden stil en drukt Mione haar handen tegen haar oren. Er was iemand aan het gillen, en het was geen mensen stem ook. Het moest van een Pokémon komen, en Mione dacht dat ze al op een jonge leeftijd doof zou worden. Butterfree echter keek meer naar de bomen waar een Pidgey opvloog van de schrik, en toen hoorden ze de Pokémon lachen die dit allemaal geflikt had. Mione trilde, die gil was akelig. Misschien waren ze al in de buurt van de onbekende Pokémon die de arme Pidgey had laten schrikken. Mione keek naar het vogeltje die zijn vleugels over zijn kopje had en trilde. Ze zuchtte en probeerde de Pidgey in haar armen te nemen voor comfort, het leek nog maar een kleintje te zijn. Maar de Pidgey stopte niet met trillen. Mione aaide de vogel over het kopje en sprak woordjes die comfort aanboden, al wist ze niet of de Pidgey echt luisterde.